De energietransitie is volop bezig. Burgers nemen initiatief en verenigen zich in coöperaties. Daken worden volgelegd met zonnepanelen en er komen nog altijd meer windmolens bij. Al meer dan 30 jaar spelen coöperaties een rol in windmolens op land. Natuurlijk zijn veel windmolens op land ook in handen van enkele eigenaren, zoals grote energiebedrijven of boeren, maar de coöperatieve beweging is groot in windmolenland en financiële participatie door omwonenden is steeds meer in opmars. Lokale betrokkenheid zorgt voor draagvlak en het belang hiervan wordt erkend. De overheid heeft als ambitie uitgesproken om minstens 50% van de hernieuwbare energieproductie eigendom van de lokale omgeving te maken.
Bij windmolens op zee is het echter een ander verhaal. Op zee zijn de windmolens groter, ze wekken meer stroom op (meer wind), en vergen veel grotere investeringskosten. De ontwikkelfase van windparken is in handen van consortia van slechts enkele grote bedrijven. Ook fossiele bedrijven als Shell bouwen en exploiteren windparken op zee. In de exploitatiefase worden de parken dan vaak doorverkocht aan bijvoorbeeld een Chinees pensioenfonds, of aan Mitsubishi. De banken die gespecialiseerd zijn in dit soort verkoop kiezen voor dit soort partijen, en zullen niet snel de moeite doen om door te verkopen aan een groep bewoners.
Naast dat de energietransitie voor de noodzakelijke verduurzaming zorgt ligt er ook de potentie om het op een andere manier te doen. Inherent aan energieproductie door middel van hernieuwbare energiebronnen is dat het gedecentraliseerd is en kleinschaliger kan. Dit geeft de mogelijkheid om energieproductie te democratiseren. Bij ‘energiedemocratie’ staan niet marktwerking en concurrentie centraal maar publiek en gemeenschappelijk beheer en democratische besluitvorming. Dit sluit nauw aan op de commons, waar energie niet als product wordt gezien maar als gemeengoed. Hernieuwbare energiebronnen zijn dan ook commons uitstek – ze zijn eigenlijk van niemand en ter beschikking van iedereen.
In de ambities van het Klimaatakkoord zal energieproductie door wind op zee in de toekomst de energieproductie op land voorbij streven. Hernieuwbare energie van zon en wind is bij uitstek een commons die we niet moeten willen privatiseren en uitbesteden aan multinationals en grote investeerders. Wind op zee is een uitdagende casus voor de commons. Deze energieproductie democratiseren is een cruciale maar op dit moment nog erg ambitieuze stap die gemaakt moet worden. Reden genoeg om ons hierin te verdiepen.
We gaan dit doen met experts uit de coöperatieve beweging voor duurzame energie. We beginnen met een introductie van Henk Wagenaar over de ‘commoning trias’ naar het werk van Bollier en Helfrich als basis voor de daaropvolgende discussie. Daarna bespreken we de huidige stand van zaken rond windparken op de Noordzee met Frans van der Loo. Hij is lid van de werkgroep Wind op Zee van Energie Samen, het nationale verband van energiecoöperaties. In Nederland is Frans dé deskundige op het gebied van de huidige verdeling van eigendom van Wind op zee, en hoe dat anders en beter zou kunnen.
Hoe zit het met de burgerparticipatie in deze mega-projecten? Wat zou de rol van de burger en die van andere partijen moeten zijn? Is er een mogelijke rol voor lokale of regionale overheid? Hoe zit het met het onderscheid tussen Wind Op Land (WOL) en Wind Op Zee (WOZ)? Liggen er kansen in ‘systeemintegratie’, waar de (over)productie van energie op zee wordt gekoppeld aan de gebruikers aan land? Wat voor financieringsmodellen zouden er mogelijk zijn om burgers eigenaarschap te geven van Wind Op zee?
Afhankelijk van de situatie willen we van dit Lab een hybride bijeenkomst maken, waar men live ofwel online kan aansluiten. Het is dan wel handig om een indicatie te hebben hoeveel mensen willen komen, dus om die reden graag vooraf registreren.